Voor bij de babi ketjap heb ik gekozen voor (gele) basmatirijst, snijbonen, hardgekookt ei, komkommer met een scheut zoete chilisaus, atjar en kroepoek.
Ingrediënten voor 4 personen:
- 600 gram hamlappen (varkensvlees)
- 2 uien, gesnipperd
- 2 teentjes knoflook, fijngehakt
- 1 klein blikje tomatenpuree (70 gram)
- 4 eetlepels olie
- 1½ theelepel djahé
- 1½ theelepel djinten
- 1½ theelepel ketoembar
- 6 eetlepels ketjap manis
- 30 gram palmsuiker (gula djawa) of bruine basterdsuiker
- 2 eetlepels rijstazijn
Bereiding: Snijd de hamlappen in blokjes, bestrooi ze met wat zout en bak het rondom bruin in wat olie. Voeg de fijngesnipperde uien toe en bak ze even mee met het vlees. Voeg de ketoembar, djinten, djahé en de fijngehakte knoflook toe. Roer de tomatenpuree, de palmsuiker, de ketjap manis en de wijnazijn erdoor. Schenk er zoveel water bij dat het vlees onder staat en breng het geheel aan de kook.
Laat het vlees 3 tot 4 uur op laag vuur sudderen, breng het daarna verder op smaak met zout en peper en eventueel nog wat ketjap manis. Tijdens het sudderen moet je wel in de gaten houden dat er misschien nog wat water toegevoegd moet worden. Als de babi ketjap klaar is kun je ‘m binden met een lepeltje maïzena, opgelost in twee eetlepels koud water.
Als je de babi ketjap een dag laat staan in de koelkast wordt de smaak nog intenser.
Serveer de babi ketjap bijvoorbeeld met gele rijst (dit is rijst met 1 à 2 theelepels koenjit toegevoegd aan het kookwater), boontjes, hardgekookt ei, komkommer en zoetzure groenten (atjar).
Eet smakelijk!