In de bijlage van zaterdageditie van het AD las ik een stukje van Ronald Giphart over Dinsdagse pindasoep met daarbij een recept van zijn eigen variant van pindasoep. Dit recept heb ik nagemaakt (en iets aangepast) en ik moet zeggen het smaakte heerlijk. Wel weer veel ingrediënten nodig (sorry), maar de soep makkelijk en snel te maken.
Ingrediënten voor ca. 2 liter soep
- 2 eetlepels olie
- 1,8-2 liter kokend water
- 2 stengels bleekselderij
- 1 ui
- 3 teentjes knoflook
- 1 rode peper
- stukje verse gember
- 1 theelepel kerriepoeder
- 2 theelepels ketoembar
- 1 prei
- 1 zakje fijne soepgroenten (250 gram)
- 1 stengel citroengras
- 2 laurierblaadjes
- 1 eetlepel vissaus
- 3 eetlepels palmsuiker (of bruine suiker)
- 3 eetlepels ketjap manis
- 3 maggiblokjes of 1½ bouillonblok (groot)
- 1 pot pindakaas (350 gram)
- 1 eetlepel sambal badjak
- 2 dl kokosmelk
- sap van halve citroen
- zout
- vers gemalen peper
- paar handjes ongezouten pinda's
- 1 bosuitje
- 125 gram taugé
Bereiding:
We beginnen met het schil-, hak-, rasp- en snijwerk. Schil de stengels bleekselderij en snijd ze in dunne plakjes. Pel en snipper de ui. Pel de knoflooktenen en hak ze fijn. Verwijder de zaadjes en zaadlijsten van de rode peper. Hou je van pittig laat ze dan vooral zitten. Hak de rode peper in dunne reepjes. Rasp de gember. Snijd de prei in ringen. Kook alvast 2 liter water in de waterkoker.
Verhit in een soeppan de olie en bak hierin de gesnipperde ui, de plakjes bleekselderij, de rode peper en de knoflook zachtjes op middelhoog vuur. Voeg de geraspte gember samen met de kerriepoeder en de ketoembar toe. Eventjes meebakken, zodat de smaken goed vrij komen. Bak vervolgens de prei en de soepgroenten 1 minuutje mee. Voeg dan het gekookte water toe, gevolgd door het citroengras, de laurierblaadjes, de vissaus, de palmsuiker, de ketjap manis, de sambal badjak en de maggi- of bouillonblokjes. Laat de soep 10 minuten zachtjes koken. Na 10 minuten voegen we de pindakaas toe en laten de soep nog 5 minuten zachtjes koken. Haal dan de laurierblaadjes en het citroengras uit de soep. Pureer nu de soep met een staafmixer tot een gladde soep. Roer er als laatste de kokosmelk en het citroensap door. Breng de soep op smaak met zout en versgemalen peper.
Spoel de taugé goed schoon en dompel ze kort onder in kokend water. Hak het bosuitje in dunne ringetjes. Hak de pinda's grof.
Serveer de soep in kommen en garneer met wat taugé, bosui en grof gehakte pinda's.
Eet smakelijk!
Bron: aangepast recept van Ronald Giphart uit het AD van 15 juli 2017
Dochter en schoonzoon zijn net terug van hun vakantie uit Rhodos en om nog even in de Griekse sferen te blijven heb ik van het weekend een echte Griekse moussaka gemaakt.
Dit wordt m'n tweede moussakagerecht op m'n blog. Het is een (vertaald) recept van Akis Petretzikis, de eerste winnaar van de Griekse Masterchef in 2011. In de meeste originele Griekse recepten worden de groenten vooraf in olie gebakken. Dit zorgt ervoor dat de groenten veel olie 'opzuigen' en dus best vet zijn. Akis Petretzikis bakt de groenten in dit recept niet in de olie maar in de oven. De moussaka wordt hierdoor veel minder vet en dus ook gezonder. Het eindresultaat was weer heerlijk.
Ingrediënten voor 4-6 personen:
voor de groenten:
- olijfolie
- 700 gram aardappelen, voorgekookt in plakjes
- 1 ui
- 2 aubergines
- 1 courgette
- zout
- versgemalen peper
- tijm (alleen de blaadjes)
voor de gehaktsaus:
- olijfolie
- 1 ui
- 1 teentje knoflook
- 600 gram rundergehakt
- zout
- versgemalen peper
- ¼ theelepel kruidnagelpoeder
- ½ theelepel kaneelpoeder
- 1 eetlepel tomatenpuree
- 1 blik tomatenblokjes (400 gram)
- 1 theelepel suiker
voor de bechamelsaus:
- 65 gram roomboter
- 65 gram bloem
- 650 ml melk
- versgemalen peper
- ¼ theelepel gemalen nootmuskaat
- 100 gram geraspte Parmezaanse kaas
- 2 eidooiers
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 200º C. Vet een grote ovenschaal in met wat olie.
Pel de ui en snijd in dunne halve ringen. Doe de voorgekookte schijfjes aardappel in een grote kom. Giet een scheutje olijfolie over de aardappelen en bestrooi met wat tijmblaadjes, zeezout en versgemalen peper. Hussel goed door elkaar en verdeel de aardappelen in een enkele laag over de bodem van de ovenschaal. Verdeel over de aardappelen de halve uienringen. Bak 20 minuten in het midden van de oven tot de aardappelen zacht worden en goudbruin kleuren.
Ondertussen snijden we de aubergine in dunne plakken. Doe de aubergineplakken in een grote kom. Giet een scheutje olijfolie over de aubergineplakken en bestrooi met wat tijmblaadjes, zeezout en versgemalen peper. Hussel goed door elkaar.
Haal de ovenschaal uit de oven en verdeel de aubergineplakken in een enkele laag over de aardappelen en de ui. Bak nog eens 20 minuten in het midden van de oven.
Ondertussen snijden we de courgette in dunnen plakjes. Doe de courgetteplakjes in de grote kom. Giet een scheutje olijfolie over de courgetteplakjes en bestrooi met wat tijmblaadjes, zeezout en versgemalen peper. Hussel goed door elkaar.
Haal de ovenschaal uit de oven en verdeel de courgetteplakjes in een enkele laag over de aubergineplakken. Bak nog eens 20 minuten in het midden van de oven.
Ondertussen gaan we verder met de gehaktsaus. Pel en snipper de ui. Pel en hak de knoflook fijn. Verhit een scheutje olijfolie in een koekenpan en bak hierin de ui glazig. Voeg de fijngehakte knoflook toe en bak zachtjes mee. Voeg nu de kruidnagelpoeder en de kaneelpoeder toe en roer goed door. De smaken van de specerijen komen nu goed vrij. Voeg vervolgens de tomatenpuree toe en een theelepel suiker en roer goed door het uienmengsel. Voeg nu het gehakt toe, breng op smaak met zout en peper en bak het vlees in ca. 5 minuten rul. Voeg de tomatenblokjes toe en bak 5-10 minuten mee met het gehakt. Zet het vuur uit als de meeste vloeistof is verdampt en zet de saus apart.
We gaan nu verder met de bechamelsaus.
Zet een middelgrote pan op een middelhoog vuur. Voeg de boter in de pan en laat smelten. Roer de bloem door de gesmolten boter. Laat het mengsel 2 tot 3 minuten op een laag vuur pruttelen zodat de bloem gaart, wel blijven roeren. Schenk er vervolgens een scheut melk bij en blijf goed roeren tot al het vocht kookt en het mengsel bindt. Voeg de volgende scheut pas toe als het mengsel geheel glad is geroerd. Wanneer alle melk is toegevoegd de saus nog 2-3 minuten koken. Haal de saus van het vuur, voeg nu de Parmezaanse kaas toe en roer goed door. Breng op smaak met nootmuskaat en versgemalen peper. Voeg twee eidooiers toe, roer goed door en klaar is de saus.
Voeg 1/3 van de bechamelsaus toe aan de gehaktsaus. Roer goed door en giet over de aardappel- en groentelagen in de ovenschaal. Giet de rest van de bechamelsaus over de gehaktsaus. Maak de bovenkant glad m.b.v. een spatel. Bak de ovenschaal 25-30 minuten in het midden van de oven tot de bovenkant goudbruin kleurt.
Haal de ovenschaal uit de oven en laat even 10 minuten afkoelen alvorens de moussaka te serveren. Lekker met een groene en/of tomatensalade.
Eet smakelijk!
Bron: www.akispetretzikis.com/el/categories/lachanika/moysakas
Onlangs weer eens in Ouddorp bij restaurant Twins gegeten. Voor de tweede keer heb ik daar hun heerlijke 'kruiden' boter gegeten, beurre Café de Paris. De eerste keer geserveerd op een heerlijke rib-eye en de tweede keer bij een broodplank met boerenbrood. Helaas konden ze mij niet vertellen wat de ingrediënten zijn van deze heerlijke boter, dus mijn zoektocht op Internet werd gestart. Na enig speurwerk kwam ik erachter dat het recept van deze boter dateert uit de 40-er jaren. Het originele recept is van de schoonvader van de eigenaar van het restaurant Café de Paris in Genève. De boter bestaat uit wel 24 ingrediënten. Toen ik dat las dacht ik 'nee, dat gaat 'm niet worden', maar na het lezen van de ingrediëntenlijst ben ik eens in m'n kruidentuintje, keukenkastjes en koelkast gaan neuzen en wat bleek, ik had alle ingrediënten gewoon in huis. Daarna was de beurre snel gemaakt. Het zijn heel veel ingrediënten, maar het is echt de moeite waard om het ook eens te proberen.
Ingrediënten:
- 250 gram roomboter op bij kamertemperatuur
- 1 eetlepel tomatenketchup
- 1 theelepel Dijon mosterd
- 1 theelepel kappertjes, uitgelekt
- 1 klein sjalotje, gesnipperd
- 1 eetlepel platte peterselie
- 1 eetlepel bieslook, fijngehakt
- ½ theelepel tijmblaadjes
- ½ theelepel rozemarijnblaadjes
- ¼ theelepel gedroogde marjolein
- ¼ theelepel gedroogde dille
- ¼ theelepel gedroogde dragon
- ¼ theelepel milde paprikapoeder
- ¼ theelepel kerriepoeder
- snufje cayennepeper
- 1 klein teentje knoflook
- 2 ansjovisfilets
- 1 theelepel cognac
- 1 theelepel madeira
- ¼ theelepel Worcestershire sauce
- ¼ theelepel fijngeraspte sinaasappelschil
- ¼ theelepel geraspte citroenschil
- 1 eetlepel citroensap
- ½ theelepel versgemalen zwarte peper
- ½ theelepel zout
Bereiding:
Doe alle ingrediënten, behalve de roomboter, in een blender en maal fijn.
Doe de roomboter in een kom samen met de fijngehakte ingrediënten. Prak met een vork het mengsel goed door de roomboter. Vorm de boter met behukp van een stuk plasticfolie tot een rolletje, koel het goed en serveer in plakjes gesneden bij b.v. rib-eye, tournedos, biefstuk of gewoon met lekker boerenbrood of stokbrood.
Eet smakelijk!
Hier thuis zijn we gek op pasta met eigengemaakte pesto. Hieronder het recept van een variant met coquilles (Sint-Jacobsschelpen) en courgette. Voor de pasta heb ik spaghetti gebruikt en m.b.v. een spiraalsnijder heb ik de courgette gesneden. De pasta heb ik geserveerd met pangrattato, dit is gemalen broodkruim met knoflook, gebakken in olijfolie. Vind je dit te omslachtig gebruik dan gewoon geraspte Parmezaanse kaas, want dat is ook lekker.
Ingrediënten voor 4 personen:
Pasta:
- 1 courgette groen
- 1 courgette geel
- 300 gram spaghetti
- Coquilles (Sint-Jacobsschelpen) ca. 20 stuks
- olijfolie en roomboter
- zout
- versgemalen peper
- evt. Parmezaanse kaas, geraspt
Groene pesto:
- ca. 50 blaadjes basilicum (zonder steeltjes)
- 60 gram Parmezaanse kaas, geraspt
- 1 grote teen knoflook in stukjes
- olijfolie extra vergine
- 20 gram pijnboompitjes
- ½ theelepel zeezout
- versgemalen peper
Pangrattato:
- 2 sneetjes oud brood
- olijfolie
- zout
- 1 teentje knoflook
Bereiding:
We beginnen als eerste met het maken van de groene pesto en de pangrattato.
Groene pesto:
Doe de basilicumblaadjes, de geraspte kaas, de knoflook, de pijnboompitjes en het zeezout in een blender of keukenmachine. Hak alles tot een egale massa ontstaat. Giet nu de olijfolie erbij en blijf roeren tot alles goed vermengd en goed smeuïg is. Breng eventueel nog verder op smaak met wat peper en zout.
Pangrattato:
Maal het brood in de keukenmachine tot broodkruim. Verhit een scheutje olijfolie in een grote koekenpan. Voeg het broodkruim en wat zout toe en bak in enkele minuten op middelhoog vuur krokant. Schep regelmatig om. Snijd ondertussen de knoflook fijn. Voeg de knoflook toe en bak nog 2 minuten mee op laag vuur. Neem de pan van het vuur en laat de pangrattato afkoelen.
Pasta:
Zet vast een grote pan met water op voor de pasta. Ondertussen snijden we de courgettes in spiraaltjes met de spiraalsnijder. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking beetgaar. Voeg in de laatste minuut voor het einde van de kooktijd de courgetteslierten toe en kook ze de laatste minuut mee met de spaghetti. Giet daarna de spaghetti af en doe nog even terug in de pan met het deksel erop.
Ondertussen verhitten we een scheutje olijfolie op hoog vuur in een grote koekenpan. Voeg de (drooggedepte) coquilles toe als de olie bijna begint te roken en bak ze 1,5 à 2 minuten aan elke kant, tot ze mooi bruin en licht doorzichtig zijn. Druk zachtjes in de coquilles om te testen of ze goed zijn. Ze moeten stevig aanvoelen maar nog wel meegeven. Niet te lang bakken, want anders worden ze taai. Voeg een beetje roomboter toe in de pan (voor de smaak) en haal de pan van het vuur. Blijf de pan eventjes ronddraaien en de coquilles zijn klaar.
Roer de pesto goed door de pasta. Serveer de pasta op de borden met daarbovenop de coquilles en bestrooi met wat pangrattato of Parmezaanse kaas.
Eet smakelijk!
In een oud kookboek genaamd 'Het nieuwe koken' uit 1997 van de Australische kookboekenschrijfster Donna Hay vond ik dit heerlijke simpele lunchgerechtje. In het originele recept worden zongedroogde tomaatjes gebruikt, maar ik heb deze vervangen door snacktomaatjes (de zongedroogde tomaatjes waren op).
Ingrediënten voor 4 pannenkoekjes:
- 200 gram geraspte courgette
- 2 eitjes
- 30 gram roomboter
- 90 gram bloem
- 35 gram geraspte Parmezaanse kaas
- versgemalen peper
- zout
- ¼ theelepel nootmuskaat
- 200 gram roombrie
- ca. 10 snacktomaten
- 2 eetlepels gehakte bieslook
Bereiding:
Laat de roomboter op laag vuur in een klein pannetje zachtjes smelten. Knijp het vocht uit de geraspte courgette en doe courgette samen met de gesmolten roomboter, de eitjes en de Parmezaanse kaas in een kom. Roer tot een glad mengsel en breng op smaak met de versgemalen peper en wat zout.
Verhit een koekenpan op middelhoog vuur en schep met een soeplepel het beslag in de pan en druk met de bolle kant van de lepel zachtjes aan. Per kant bakken we de pannenkoekjes ca. 2 minuten tot ze goudbruin kleuren.
Houd de pannenkoekjes warm tussen een bord met daarop een deksel, die op een pan met kokend water staat. Bak de rest van de pannenkoekjes.
Serveer de pannenkoekjes dubbel met wat plakken brie ertussen en erop. Leg de doormidden gesneden snacktomaatjes op de pannenkoekjes en bestrooi met de gehakte bieslook.
Eet smakelijk!
Bron: Donna Hay