Ingrediënten voor 4 personen:
Pasta:
- 1 courgette groen
- 1 courgette geel
- 300 gram spaghetti
- Coquilles (Sint-Jacobsschelpen) ca. 20 stuks
- olijfolie en roomboter
- zout
- versgemalen peper
- evt. Parmezaanse kaas, geraspt
Groene pesto:
- ca. 50 blaadjes basilicum (zonder steeltjes)
- 60 gram Parmezaanse kaas, geraspt
- 1 grote teen knoflook in stukjes
- olijfolie extra vergine
- 20 gram pijnboompitjes
- ½ theelepel zeezout
- versgemalen peper
Pangrattato:
- 2 sneetjes oud brood
- olijfolie
- zout
- 1 teentje knoflook
Bereiding:
We beginnen als eerste met het maken van de groene pesto en de pangrattato.
Groene pesto:
Doe de basilicumblaadjes, de geraspte kaas, de knoflook, de pijnboompitjes en het zeezout in een blender of keukenmachine. Hak alles tot een egale massa ontstaat. Giet nu de olijfolie erbij en blijf roeren tot alles goed vermengd en goed smeuïg is. Breng eventueel nog verder op smaak met wat peper en zout.
Pangrattato:
Maal het brood in de keukenmachine tot broodkruim. Verhit een scheutje olijfolie in een grote koekenpan. Voeg het broodkruim en wat zout toe en bak in enkele minuten op middelhoog vuur krokant. Schep regelmatig om. Snijd ondertussen de knoflook fijn. Voeg de knoflook toe en bak nog 2 minuten mee op laag vuur. Neem de pan van het vuur en laat de pangrattato afkoelen.
Pasta:
Zet vast een grote pan met water op voor de pasta. Ondertussen snijden we de courgettes in spiraaltjes met de spiraalsnijder. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking beetgaar. Voeg in de laatste minuut voor het einde van de kooktijd de courgetteslierten toe en kook ze de laatste minuut mee met de spaghetti. Giet daarna de spaghetti af en doe nog even terug in de pan met het deksel erop.
Ondertussen verhitten we een scheutje olijfolie op hoog vuur in een grote koekenpan. Voeg de (drooggedepte) coquilles toe als de olie bijna begint te roken en bak ze 1,5 à 2 minuten aan elke kant, tot ze mooi bruin en licht doorzichtig zijn. Druk zachtjes in de coquilles om te testen of ze goed zijn. Ze moeten stevig aanvoelen maar nog wel meegeven. Niet te lang bakken, want anders worden ze taai. Voeg een beetje roomboter toe in de pan (voor de smaak) en haal de pan van het vuur. Blijf de pan eventjes ronddraaien en de coquilles zijn klaar.
Roer de pesto goed door de pasta. Serveer de pasta op de borden met daarbovenop de coquilles en bestrooi met wat pangrattato of Parmezaanse kaas.
Eet smakelijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten