Flapjacks (havermoutkoek)

Een flapjack is een soort platte koek, die gebakken wordt in de oven van boter, suiker en havermout. Eventueel kan er honing, jam, (appel)stroop of muesli worden gebruikt. Deze koek komt oorspronkelijk uit Groot-Brittannië en wordt gegeten bij de thee als de kinderen uit school komen. Wij hebben ze gewoon op zaterdagmiddag gegeten... heerlijk!

Ingrediënten:

• 200 gram boter
• 200 gram rietsuiker (fairtrade)
• 360 gram havermout
• 2 eetlepels appelstroop
• 3 eetlepels abrikozenjam, losgeroerd in 2 eetlepels water
• 2 eetlepels kaneel

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 180º C.

Zet een pan op het vuur en laat hierin de boter smelten. Voeg de rietsuiker en de appelstroop toe en roer tot alle suiker is opgelost en er een egale gladde siroop ontstaat. Haal de pan van het vuur. 

Meng vervolgens in een grote kom de havermout met de kaneel goed door elkaar en giet de suikersiroop in een keer bij de havermout. Meng alles heel goed door elkaar, zodat alle havermout in aanraking komt met de siroop.

Bekleed een ovenschaal met bakpapier en doe de helft van het havermoutmengsel in de ovenschaal en druk met de bolle kant van een lepel alles goed en stevig aan.

Smeer hier een dun laagje van de met water vermengde abrikozenjam overheen en verdeel de rest van het havermoutmengsel er overheen. Weer goed en stevig aandrukken met de bolle kant van een lepel. 

Zet de ovenschaal in de oven en bak de koek 30 à 35 minuten tot hij gaar en goudbruin is. Als je de koek uit de oven haalt voelt hij nog zacht aan. Laat hem nu eerst in de ovenschaal afkoelen, hij wordt dan vanzelf stevig.

Als de koek afgekoeld is kun je hem met het bakpapier uit de schaal tillen en op een snijplank in repen, stukken of punten snijden.

Eet smakelijk!